Een installatie inregelen

Een ventilatiesysteem dient om in de natte ruimten lucht af te voeren en in de droge ruimten lucht toe te voeren. In systemen waar mechanische ventilatie toegepast wordt (systeem B, C en D) moet volgens de EPB-wetgeving aangetoond worden dat de vereiste debieten gehaald kunnen worden. De capaciteit op de verschillende afvoer- en toevoerpunten van een systeem worden gemeten en aangepast zodat de effectieve luchtstroom overeenkomt met de vereiste luchtstroom.