Er bestaan 2 grote groepen kanaalsystemen voor luchtverdeling of afzuiging in een woning. De eerste groep zijn de kanalen die opgebouwd worden. Deze kanalen zijn gewoonlijk van gegalvaniseerd staal gemaakt en ze zijn gekend met als naam "spiraalkoker", "spiroliet", "spiraalbuis" of "ronde koker". De vorm en afmeting van deze kanalen is in enkele Europese normen vastgelegd. Je kan ze bij vrijwel elke verkoper van ventilatiesystemen vinden. De tweede groep wordt meestal in het beton of de chape geplaatst. De populariteit van deze systemen is de laatste jaren enorm toegenomen. Deze tweede groep wordt ook wel aangeduid met het begrip instortsystemen.

Instortsystemen worden in de chape geplaatst

Vaak wordt er verondersteld dat een instortsysteem in de chape geplaatst moet worden. Dit is zo voor heel veel systemen, maar dit is niet altijd het geval. Sommige systemen zijn ook prima geschikt om in beton gelegd te worden of kunnen zelfs opgebouwd worden (in bijvoorbeeld een verlaagd plafond).

Instortsystemen in chape

Instortsystemen in beton

Instortsystemen in opbouw

Flexibele of starre kanalen

Er worden 2 soorten instortsystemen gebruikt. Ofwel worden er starre kanalen gebruikt, ofwel worden er flexibele kanalen gebruikt. De starre kanalen zijn steeds voorzien van een beschermingslaag wanneer ze in de chape of het beton gebruikt worden. Ofwel zijn het gegalvaniseerde rechthoekige kanalen, ofwel gelakte stalen kanalen, ofwel kunststof kanalen. Als de breedte van de kanalen groter wordt dan 200mm worden in kunststof kanalen vaak verstevigingsribben toegepast in de kanalen.

Kunststof kanaal met versterkingsribben SDA kanalen Ventichape rechthoekig

Flexibele kanalen zijn gewoonlijk ronde kanalen, maar dat moet niet. De merken ComfoTube Flat en Ubbink Luchtverdeelsysteem zijn bijvoorbeeld platovaal.

Ubbink Air Excellent ComfoTube Flat

Bij de ronde kanalen zijn de diameters de grootste verschillen. Een aantal merken claimen dat ze gladdere kanalen produceren dan de andere fabrikanten. De technische documentatie die dit moet bewijzen is niet steeds beschikbaar.

Hybalans+ Uniflex+ Ventichape ComfoTube

De ronde kanalen worden verbonden met een verdeeldoos. Van daar vertrekt een grote spaghetti aan kanalen naar alle ruimten van de woning. Als er kleine kanaaldiameters gebruikt worden, moeten er meer kanaaltjes gebruikt worden. Zo kan het gebeuren dat je bij een buitendiameter van 50mm maar liefst 5 van deze kanalen moet gebruiken om bijvoorbeeld een afzuiging in een keuken te maken. Bij de grotere diameters (90mm) kan dikwijls 1 kanaal al voldoende zijn.

Voorbeeld Hybalans+ Voorbeeld Ventichape

Hoe ontwerp je een instortsysteem?

Het ontwerpen van instortsystemen is niet zo eenvoudig. Er is online weinig informatie over te vinden en ook de informatie van de meeste fabrikanten is niet eenvoudig beschikbaar. In dit artikel uitleggen hoe je elk systeem dat op de markt is moet ontwerpen zou dan ook veel te ver leiden.

Er zijn echter een aantal basisregels die je kan volgen of die je kan gebruiken als je installateur ermee bezig is. De eerste richtlijn gaat over de lengte van de kanalen. De lengte van kanalen in de chape zou beperkt moeten blijven. Bij de kleinste kanalen (diameter 50mm) moet de lengte van de kanalen beperkt blijven tot minder dan 5 meter. Als de lengte groter wordt, dan zal de drukval in de kanalen te veel stijgen en kan het gebeuren dat de vereiste capaciteit niet gehaald kan worden.

Bij sommige systemen is het verder belangrijk dat de lengte van de flexibele kanalen tot aan de verdeeldoos ongeveer even groot is (bijvoorbeeld bij Ventichape en de kleinere maten van Uniflex+). Ook hier is opnieuw de drukval in de leidingen de verantwoordelijke. Andere systemen (zoals ComfoTube en Hybalans+) lossen dit op door een volumeregeling in de verdeeldoos of het kanaal te steken.

Volumeregeling Hybalans+ Volumeregeling ComfoTube

Drukval in de kanalen is een belangrijk punt. Enkel voor het Hybalans+ systeem is een online rekentool beschikbaar voor het grote publiek. Voor andere merken is dit enkel beschikbaar voor de installateurs.

De keuze voor een bepaald systeem hangt af van de beschikbare plaats in de chape, het beton of het verlaagde plafond. Als je de plaatst hebt kies je best voor de grotere diameters omdat je dan minder kanalen moet plaatsen, minder makkelijk fouten maakt en ook een betere luchtverdeling kan garanderen. Het eenvoudigere onderhoud van deze grotere diameters zal binnen een paar jaren een aangenaam pluspunt worden.

Vaak wordt er nonsens verkondigd over de capaciteiten van verschillende kanaalsystemen. Met een goede meetlat en gezond verstand kan de onderstaande tabel ook een richtlijn vormen voor de installatiemogelijkheden van de verschillende kanaalsystemen. De getallen in de laatste 3 kolommen zijn de capaciteiten in m³/h. Merk op dat de maximale lengte voor elk kanaalsysteem niet in deze tabel staat en dat ook de drukverliezen niet vermeld worden. Het is de taak van de installateur om deze telkens te controleren.

Snelheden en debieten instortkanalen

Luchtdichtheid

De luchtdichtheid van kanalen is zeer belangrijk. Niet elk systeem is standaard luchtdicht wanneer de stukken in elkaar geschoven worden. Wanneer een kanaal in het beton gestort wordt, of wanneer het in opbouw gebruikt wordt, moet een systeem gebruikt worden dat luchtdicht is of men moet het systeem luchtdicht afplakken. Dit afplakken moet zorgvuldig gebeuren met kleefband die zeer goed blijft zitten. Koudkrimpband zal hier beter geschikt voor zijn dan gewone aluminium plakband.

Dit artikel verscheen eerder op de website Habitos. Figuren door www.luchtwinkel.be.

Publicatiedatum